Stadsrekening 2018

Stedelijke ontwikkeling

Belangrijkste resultaten

De Omgevingsvisie is in 2018 van start gegaan

Voor de op te stellen Omgevingsvisie (kerninstrument uit de Omgevingswet) is in januari en juni met de gemeenteraad  gesproken over inhoud en proces. In september is een startnotitie vastgesteld door de raad.
In november hebben er stadsgesprekken plaatsgevonden aan de hand van de thema’s van het Coalitieakkoord, met bewoners en stakeholders. Ook is gesproken met een aantal experts, met de gemeenteraad en met het College  en is een beleidsanalyse uitgevoerd. In 2019 zal de Omgevingsvisie verder vorm krijgen. Deze zal in 2020 vastgesteld worden.
In 2018 hebben we ook verder gewerkt aan andere activiteiten in het kader van de Omgevingswet.  
Zo is voor Dukenburg de toekomstverkenning Van Dromen naar Daden opgesteld (zie ook programma Wijkontwikkeling), en er is een besluit genomen over de winkelstructuur. In de Warmtevisie is het stadsdeel aangewezen als één van de plekken waar gestart wordt met aardgasvrije wijken. Er is hiervoor een subsidie van bijna €5 miljoen door het ministerie van BZK verleend, als één van de proeftuinen aardgasvrije wijken. Momenteel wordt de toekomstverkenning uitgewerkt in een Agenda Dukenburg en in een nieuw Omgevingsplan als pilot in het kader van de Omgevingswet. Ook het Omgevingsplan Heijendaal heeft deze pilotstatus. Dit plan is ook verder uitgewerkt en zal in 2019 in procedure worden gebracht.
In 2018 hebben we in samenwerking met de gemeente Beuningen, bewoners en bedrijven verder gewerkt aan de gebiedsvisie TPN-West. Dit biedt de kaders voor de ontwikkeling toekomstbestendig industriegebied, met een focus op duurzame ontwikkeling en leefbaarheid in de omgeving. In 2019 wordt de gebiedsvisie afgerond en voorgelegd aan de gemeenteraad.

Visievorming bij ruimtelijke ontwikkelingen

We hebben verder gewerkt aan de regionale beleidsambities zoals vastgelegd in het bestuursakkoord met de provincie over de ruimtelijk economische ontwikkeling.

  • Het ambitiedocument voor de Vossenpels is in 2018 vastgesteld.
  • We hebben voor het Rivierpark in overleg met betrokken partners, bewoners en bezoekers  geëvalueerd en afspraken gemaakt met het Rijk over het beheer.
  • De toekomstverkenning voor Dukenburg is vastgesteld en wordt uitgewerkt in een Agenda Dukenburg.
  • Voor de verplaatsing van de woonboten in Oostkanaalhavens is onderzoek gedaan naar alternatieve locaties, maar die zijn niet gevonden. Dat betekent dat in 2019 een handhavingsprocedure zal worden ontwikkeld.   
  • Er zijn in 2018 12 bestemmingsplannen door de raad vastgesteld. Voor wat betreft handhaving van bestemmingsplannen, zijn er in totaal 50 verzoeken om handhavend op te treden en klachten binnengekomen en opgepakt. In het kader van het opstellen van bestemmingsplannen, zijn 55 situaties bestudeerd en in beeld gebracht.
  • Voor wat betreft planschade, zijn in 2018 7 verzoeken om een tegemoetkoming in planschade binnengekomen. Er zijn 10 primaire besluiten omtrent planschade genomen.

We zetten in op klantvriendelijker vergunningverlening en risicogestuurd handhaven

Ook in 2018 zijn de bouwtaken door de ODRN via outputfinanciering gerealiseerd. Dit betekent dat er wordt afgerekend per behandeld product. De ODRN ontwikkelde daarbij verder door naar een outcome model. Daarbij sturen we intensiever op een klantvriendelijke dienstverlening die aansluit bij de manier waarop we de Omgevingswet in onze stad willen implementeren.
Het toezicht en de handhaving zijn belangrijke publieke taken vanwege de voortdurende zorg en verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de bebouwde omgeving. Dit geven we vorm door de ODRN opdracht te geven actief te controleren op kwaliteit en veiligheid tijdens de bouw, het actief opsporen van illegale activiteiten en het reageren op (woning)klachten. We zetten daarbij in op risicogestuurd handhaven.
Nieuwe taak in 2018 was de start van de actieve handhaving op het terrein van kamerverhuur. Dit blijft de komende jaren een belangrijk aandachtspunt. De sturing is hier niet zozeer op risico maar vooral op het tegengaan van overlast.   

[nadere toelichting]