Stadsrekening 2018

Grondslagen

Balans

Balans

ALGEMEEN
De jaarrekening is opgesteld op basis van de voorschriften van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) provincies en gemeenten.
Activaposten (bezittingen) worden in beginsel gewaardeerd op basis van de vervaardigingsprijs (grondexploitaties) of verkrijgingsprijs (overig). Als de marktwaarde van een materieel actief blijvend lager is dan de boekwaarde, wordt het actief tot deze waarde afgewaardeerd. Voor verwachte verliezen bij grondexploitaties of het risico van oninbare vorderingen worden voorzieningen getroffen.
Passivaposten (eigen en vreemd vermogen) worden in beginsel gewaardeerd op basis van de nominale waarde.

IMMATERIËLE VASTE ACTIVA
Onder de immateriële vaste activa vallen de kosten van onderzoek & ontwikkeling en bijdrage aan activa in eigendom van derden. Hierop wordt in 5 jaar afgeschreven.

MATERIËLE VASTE ACTIVA
Onderscheid wordt gemaakt in investeringen met economisch respectievelijk maatschappelijk nut. Investeringen met economisch nut dragen bij aan de mogelijkheid om middelen te verwerven (bijvoorbeeld door de kosten ervan in tarieven te verwerken).
Tijdens de vervaardiging van een actief wordt rente toegerekend voor de benodigde financiering. Bij activering worden eventuele bijdragen van derden in mindering gebracht. Afschrijving vindt plaats tegen een percentage van de aanschaffingswaarde, gebaseerd op de gemiddelde levensduur van de activa. Dit conform de richtlijn ‘investeren & waarderen, activeren en afschrijven activa’. Een aantal activa kennen een annuitaire afschrijving.

FINANCIËLE VASTE ACTIVA
Onder de financiële vaste activa vallen de kapitaalverstrekkingen aan verbonden partijen en de verstrekte leningen. De kapitaalverstrekkingen aan verbonden partijen bestaan uit aandelen in vennootschappen. deze worden gewaardeerd tegen aanschafprijs of lagere marktwaarde.

VOORRADEN
Onder de voorraden vallen de grondexploitaties. Het onderhanden werk van de grondexploitaties wordt gewaardeerd tegen het saldo van de gerealiseerde kosten en opbrengsten. Dit gaat zowel om de directie kosten voor het verwerven, slopen en bouw- en woonrijp maken als ook de rente- en plankosten. Een eventuele voorziening voor verwachte verliezen wordt hierop in mindering gebracht. Voor de rente wordt uitgegaan van de werkelijke rente over het vreemd vermogen en een disconteringsvoet van 2%.

KORTLOPENDE VORDERINGEN
Deze vorderingen hebben een looptijd van minder dan 1 jaar. Voor het uitstaand saldo aan belastingdebiteuren en bijstandsvorderingen zijn voorzieningen getroffen.

OVERLOPENDE ACTIVA/LIQUIDE MIDDELEN
Deze posten zijn tegen nominale waarde gewaardeerd.

EIGEN VERMOGEN
Onder het eigen vermogen staan de algemene reserve, de bestemmingsreserves en het saldo van het overzicht van baten en lasten.

VOORZIENINGEN

Onder de voorzieningen zijn de voorzienbare verplichtingen, verliezen en/of risico’s opgenomen. Dit voor zover de omvang redelijkerwijs is in te schatten. Daarbij zijn er egalisatievoorzieningen voor kosten die in volgende jaren gemaakt worden, maar hun oorsprong vinden in het huidige jaar. Hieronder vallen de onderhoudsvoorzieningen die worden bepaald op basis van de laatst bekende geactualiseerde plannen. In de voorziening gemeentelijk rioleringsplan (GRP) komen de volgende drie componenten in samenhang terug, maar zijn wel afzonderlijk zichtbaar:
• spaardeel voor investeringen;
• onderhoud;
• jaarlijkse financiële resultaten.

Voorzieningen die de waarde van een actief corrigeren worden aan de activazijde gepresenteerd en daar in mindering gebracht op het actief.
Voorzieningen waarvan de hoogte wordt bepaald door geldstromen over een langdurige periode in de toekomst worden gewaardeerd op contante waarde.

LANGLOPENDE SCHULDEN
Deze schulden hebben een looptijd van meer dan 1 jaar en worden gewaardeerd tegen nominale waarde.

VLOTTENDE PASSIVA
Deze posten zijn tegen nominale waarde gewaardeerd.

ga terug