Stadsrekening 2018

Zorg en Welzijn

Wat heeft het gekost

Wat heeft het gekost

bedragen x € 1 mln

Zorg en Welzijn

Begroting 2018 na wijziging

Rekening 2018

Verschil

Saldo van lasten en baten

Diversiteit

1,7

2,1

0,4

 N

Maatwerkvoorzieningen

36,3

34,8

1,6

 V

Jeugd

47,2

49,6

2,3

 N

Opvang en beschermd wonen

75,5

71,6

3,9

 V

Publieke Gezondheid

7,3

7,1

0,2

 V

Welzijn

17,3

16,9

0,4

 V

185,4

182,0

3,4

 V

V=voordeel; N=nadeel

Aan het programma Zorg en Welzijn geven we per saldo € 182 miljoen uit. Het grootste deel van het beschikbare budget is ingezet voor de producten Opvang en Beschermd Wonen (39%), Jeugd (27%) en Maatwerk-voorzieningen (19%). Ten opzichte van de begroting is er € 3,4 miljoen minder uitgegeven. Uitgedrukt als percentage van de begroting komt dit neer op een afwijking van 1,8 %.

Met de Zomernota 2018 zijn er a-structureel extra middelen toegevoegd aan het programma. In totaal is er € 4,95 miljoen toegevoegd aan het programma, waarvan € 3,95 miljoen uit de algemene reserve en € 1 miljoen vanuit de bestemmingsreserve Wmo/Jeugd. De financiële omvang van deze toevoegingen was gebaseerd op het interventieplan fase 2. Deze extra middelen dienden ter compensatie van de voorziene tekorten op de producten Jeugd, Maatwerkvoorzieningen en Welzijn.

De decentralisatietaken Jeugd, Wmo en Wmo Beschermd Wonen leiden per saldo tot een nadeel van € 0,7 miljoen. We realiseren een voordeel van € 3,0 miljoen op de klassieke Wmo-taken (Wmo-hulpmiddelen en huishoudelijke hulp). Op de overige beleidsvelden (Diversiteit, Publieke gezondheid, Welzijn, Maatschappelijke opvang/huiselijk geweld en preventief jeugdbeleid) is een voordelig resultaat behaald van € 1,1 miljoen.
De belangrijkste afwijkingen op het programma lichten we hieronder op hoofdlijnen toe.

De decentralisaties Wmo en Jeugd

Op de decentralisatieopgaven hebben we in 2018 per saldo een nadelig resultaat behaald van € 0,7 miljoen. Hieronder geven we per decentralisatieopgave een korte toelichting:

Op de decentralisatietaak Wmo is het nadeel € 1,4 miljoen.
Dit nadeel wordt voornamelijk veroorzaakt door het grote beroep op ambulante begeleiding. Dit levert een nadeel op van € 1,9 miljoen. Daarnaast is er sprake van  toename van de inzet op arbeidsmatige dagbesteding (€ - 0,1 miljoen). Tegenover deze nadelen staan enkele voordelen, namelijk: persoonsgebonden budgetten (PGB), begeleiding (0,6 miljoen) en reguliere dagbesteding (€ 0,04 miljoen).  

Op de decentralisatietaak Wmo Beschermd Wonen is per saldo een voordeel ontstaan van € 3,6 miljoen.
Het voordelige resultaat is voornamelijk toe te schrijven aan lagere uitgaven op de zorgkosten (Zorg in Natura en PGB). We zien voornamelijk een onderuitnutting van het budget dat beschikbaar is gesteld voor extramurale zorg en een afname van het persoonsgebondenbudget (PGB). Dit levert per saldo een voordeel op van € 2,8 miljoen.
Daarnaast is aan overig budget (overige- en uitvoeringskosten) € 0,7 miljoen niet besteed. Ten slotte hebben we een voordelig resultaat behaald van € 0,1 miljoen doordat we meer eigen bijdragen van cliënten hebben ontvangen.

Op de decentralisatietaak Jeugdzorg is een nadelig resultaat behaald van € 2,9 miljoen.
Dit nadeel wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een groter beroep op  ambulante trajecten. Dit wordt gedeeltelijk gesubstitueerd door een voordeel op residentiële jeugdzorg. Daarnaast zien we een voordeel op het persoonsgebonden budget.

Wij willen benadrukken dat het resultaat op de decentralisatietaken Wmo en Jeugd nog niet definitief is. De zorgaanbieders dienen hun productie over het jaar 2018 nog te verantwoorden. Daarnaast hebben wij de uitgaven van de PGB vooralsnog gebaseerd op de prognosetool van de SVB; budgethouders met een PGB kunnen hun declaraties van hun budget 2018 voorlopig nog indienen.

Klassieke Wmo-taken (Hulpmiddelen en Huishoudelijke Hulp)
Op de klassieke Wmo-taken is een voordeel gerealiseerd van € 3,0 miljoen. Dit voordeel is opgebouwd uit de volgende drie componenten:
Op Hulpmiddelen is het voordeel € 2,1 miljoen.
Dit positieve resultaat heeft te maken met de overgang van koop naar huur van nieuwe hulpmiddelen. De kosten van het huurbestand lopen echter weer langzaam op. Ook de wijziging in de vervoerssystematiek die in 2016 is geëffectueerd draagt bij aan het voordeel.
Op de Huishoudelijke verzorging is het voordeel € 0,4 miljoen.
Op de persoonsgebonden budgetten (PGB) voor huishoudelijke hulp is een voordeel gerealiseerd van € 0,5 miljoen.
Naast  bovengenoemde voordelen is er sprake van een nadeel van € 0,1 miljoen vanwege lagere opbrengsten uit eigen bijdragen (CAK).

Overige beleidsvelden c.q. producten
Het product Diversiteit sluit het jaar af met een tekort van € 0,1 miljoen, voornamelijk veroorzaakt doordat de Rijksuitkering 'Faciliteitenbesluit 2018' en de Rijksvergoeding voor de maatschappelijke begeleiding niet in 2018  
zijn uitgekeerd.  
Op de centrumfunctie (regionaal) Vrouwenopvang en huiselijk geweld (product Opvang en Beschermd Wonen) is een voordeel van € 0,2 miljoen gerealiseerd.
Het product Welzijn sluit het jaar af met een voordelig resultaat van € 0,4 miljoen. Het voordeel is voornamelijk toe te schrijven aan niet bestede subsidiebudgetten.
Het product publieke gezondheid sluit af met een voordelig resultaat van € 0,2 miljoen, voornamelijk veroorzaakt door niet bestede subsidiebudgetten van € 0,07 miljoen en aan GGD gerelateerde posten van € 0,1 miljoen (vrijval door huisvesting consultatiebureau en BTW compensatie).

Bij de Slotwijziging hebben we een bandbreedte aangegeven voor het verwachte resultaat 2018. De verwachting was dat het resultaat zou liggen tussen een voordeel van  € 0,6 miljoen en € 2,9 miljoen. Het jaarresultaat van het programma is uiteindelijk uitgekomen op € 3,4 miljoen.  

Binnen het programma Zorg en Welzijn is door de vorige coalitie de bestemmingsreserve Wmo Beschermd Wonen ingesteld. Deze bestemmingsreserve is bedoeld voor het ondersteunen van het transformatieproces in de zorg en het opvangen van knelpunten en risico’s binnen het product Opvang en Beschermd wonen.  Overschotten en tekorten worden allereerst gemuteerd in de bestemmingsreserve. De Rijksmiddelen waarmee de bestemmingsreserve wordt gevoed hebben het karakter van regionale middelen (Gemeente Nijmegen is centrumgemeente voor de Maatschappelijke opvang, Vrouwenopvang/Huiselijk geweld/Veilig Thuis en Wmo beschermd wonen.

Bestemmingsreserve Wmo Beschermd Wonen: resultaatbestemming 2018
Conform afspraken, het regionale karakter van deze Rijksmiddelen en de regionale afspraken met betrekking tot de vrouwenopvang, stellen wij voor om het positieve resultaat van Wmo beschermd wonen en Vrouwenopvang/huiselijk geweld toe te voegen aan deze bestemmingsreserve. Het gaat in totaal om een bedrag van € 3,7 miljoen.